> Login

> English
> Deutsch







CAMP.LAB 2  y.balken - 274326.1 workshopsituation




y.balken - 274326.1
querbalken_black_links - 272802.2
WdKA.students2 - 275411.1

WdKA.students5 - 275417.1

WdKA.students1 - 275409.1

WdKA.students4 - 275415.1

WdKA.students3 - 275413.1

WdKA.students6 - 275419.1

WdKA.graffity - 275548.1

WdKA.students - 275546.1

Kunstonderwijs in Rotterdam



Op de Blaak staat in wind en regen een autobus van de Hoge School Rotterdam om kunststudenten te vervoeren. Tweede jaar Willem de Kooning academie, afdeling Audiovisueel. Jongeren tussen de twintig en de dertig jaar haasten zich het plein over tussen opwaaiende herfstbladeren, zeulend met camera’s en statieven. Groepjes van andere afdelingen staan rokend voor de school en kijken nieuwsgierig naar de bus: waar gaat die heen?
    Ik ga voorin zitten naast de chauffeur. We bespreken de route zoals die is opgesteld door de studenten. Waarom een busreis? In het kader van een Internationaal uitwisseling project werkt de klas samen met twee buitenlandse gasten, we noemen ze de Oostenrijkers, al zijn het geen Oostenrijkers, ze wonen er alleen maar. Thomas Jelinek komt oorspronkelijk uit Zweden en is theaterregisseur, daarnaast heeft hij het Nomad-Theater en de LAB-factory in Wenen opgericht. Alexander Nikolic (zijn familie komt uit Servië) werkt als performancekunstenaar, een van de projecten waar hij aan werkt is SLUM-tv, waarin videocollectieven in achterbuurten worden opgericht en er tv-maken wordt geleerd, materiaal wordt verzameld. Tegelijkertijd worden wereldwijd vergelijkbare initiatieven in kaart gebracht. Beide heren hebben ter voorbereiding eerder een dag met de studenten gewerkt, nu vindt het vervolg plaats.
    Gisteren zochten groepjes hun favoriete en meest lelijke locaties uit en werd er een route uitgestippeld. Jammer dat het regent, al klaart het aan het eind van de dag gelukkig op. De eerste locatie voert ons naar de Rotterdamse haven, studenten hebben de Petroleumhaven uitgekozen als interessante locatie: je kunt er rond rijden maar helaas mogen we niet het Shell-terrein op. Er wordt uitgestapt om naam en telefoonnummer te vragen van de publiciteitsafdeling, een aantal studenten zou op dit gesloten terrein wel willen filmen. Zodra we op een andere plek in de haven neerstrijken onder gele rookwolken, neemt het documentatieteam plaats onder twee paraplu’s om statief, geluidsset, hengel vakkundig in gereedheid te brengen. Een drietal studenten legt in de stromende regen uit waarom we hierheen zijn gereden en waarom industriële terreinen zo tot de verbeelding spreken. Ze zijn het niet eens, wat de een ziet als een romantische plek vindt de ander een verschrikking: het stinkt hier, kijk naar die geelgrijze uitstoot: afschuwelijk!
    De hele dag rijden we door Rotterdam van de ene plek naar de andere: zo wandelen we langs de tuinhuisjes onder de van Brienenoordbrug en lezen dat er vee is uitgezet in het parkachtige landschap. De snelweg raast over ons hoofd, het lijkt hier te tochten, onder de brug is het niemandsland. Er wordt volop gefotografeerd en gefilmd. Uit dit tweede jaar kennen veel studenten Rotterdam nauwelijks, sommige komen uit de provincie, andere uit het buitenland. Ze zijn verbaasd over de plekken die getoond worden door diegenen die de uitwassen van de stad beter kennen.
    Tenslotte lopen we met ze allen via een voetgangerstunnel met prachtige houten roltrappen de wijk Charlois in, waar we in B.A.D. (een kunstenaarspand) zullen gaan eten. In de oude school krijgen we een toelichting over de geschiedenis van het gebouw van een van de kunstenaars. Het pand werd jaren geleden gekraakt, de eigenaar bleek lange tijd zoek. Lastig in verband met het onderhoud, dat voornamelijk op de krakers neerkomt. Er zijn ateliers, een grote open plek buiten, een keuken en ruime hal, waar feesten worden gegeven. Er vinden projecten plaats met de buurt en er zijn een artist in residence plaatsen. Een van de studenten komt naar me toe om me te vertellen dat hij nog nooit in een ‘dergelijk pand’ is geweest. ,,De sfeer is voor mij onbekend,  helemaal nieuw. Het is trouwens eerste keer in mijn leven dat ik in een kraakpand ben”. Het eten is eenvoudig doch voedzaam: bietensoep, pompoensoep, wat sla en brood.  
    ’s Avonds hebben we een theorieprogramma georganiseerd in V_2. De bus vervoert ons gezelschap naar de laatste locatie in de Eendrachtstraat.  V_2 is opgericht door een groep multimediakunstenaars en sinds 1994 gevestigd in Rotterdam. De organisatie richt zich op internationale ontwikkeling op het gebied van kunst, technologie en media; een plek voor activisten, wetenschappers, techneuten en kunstenaars. Het stream-team (een groep studenten die de lezingen ‘uitzenden’ via het internet) heeft de dag van te voren alles opgebouwd: schermen opgehangen, camera’s getest, het schakelpaneel doorgeplugd. De avond begint met de ‘Oostenrijkers’, die ons internationaal samenwerkingsproject aan het publiek presenteren. Ze lichten kort toe wat de bedoeling van onze samenwerking is en met elke partners we werken. Daarna heb ik de Rotterdamse mediakunstenaar Geert Mul, uitgenodigd om over zijn werk te vertellen. Mul was een van de eerste VJ’s en maakt dynamische installaties bestaande uit projecties, geluid, elementen uit film, muziek en subcultuur. Al meer dan tien jaar onderzoekt hij de mogelijkheden om beeldverzamelingen te structureren en combineren in (interactieve) installaties. Mul toont videomateriaal en  een aantal interactieve projecten, de studenten stellen hem een reeks vragen. Vooral over het ‘hoe en waarom’.
    De Oostenrijkers hebben de in Teheran geboren politicoloog/ filosoof Fahim Amir uitgenodigd. Amir studeerde kunst en filosofie in Wenen, Berlijn, Sydney en New York. Momenteel is hij verbonden aan de universiteit in Wenen. Deze spreker koppelde biotechnologie, de maatschappij en de beeldende kunst aan elkaar in een razendsnel verhaal. Het geeft stof tot nadenken. Hij roept een aantal vragen op die ik in de loop van het jaar in de les nader wil behandelen, maar dan zal ik me eerst moeten inlezen.
     Aan het eind van de avond drinken we een drankje met de medewerkers van V2, de buitenlandse gasten en een aantal docenten. Bekaf stort ik me die avond in bed. De rest van de week gaan de studenten in groepjes aan de slag. Vrijdagmiddag worden de eerste resultaten op school getoond en besproken. Sommige groepen willen aan de projecten die ze presenteren verder in het schooljaar doorwerken. Een jongen laat in een grappig filmpje zien dat hij onder een brug bij de snelweg de tegels licht en er bloembollen plant, nu afwachten of er op deze troosteloze locatie wat gaat groeien.  In een video van een andere groep studenten worden sporen door de stad gevolgd, die  uiteindelijk leiden naar de woning van een jonge onbekende kunstenaar. Zijn ‘spoorzoektocht’ bestaat uit graffiti, stickers, posters, pijlen, bestaande elementen zoals verkeersborden. Als het de studenten lukt de maker in zijn kraag te vatten, willen ze hem interviewen. Verder is er een project over een moskee in Rotterdam; over openbare toiletten in het park; over massaliteit in de stad; een internetproject dat ‘martelaar’ heet, waarin je je eigen filmpje achter een vlag naar keuze kunt maken en opsturen.
    Als afsluiting van de week heeft een van de jongedames uit de klas een Afrikaans restaurant gereserveerd waar we met zijn allen gaan eten. Bij het nabespreken komt de discussie goed op gang. Het doet mij denken aan de ‘vorm of vent’ discussie uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Het discussiepunt destijds was: wat is belangrijker de stijl (vorm) of de persoon van de schrijver (vent). Starters van de discussie, Menno ter Braak en Eddy du Perron vonden stellingname, engagement, belangrijker dan een fraaie stijl. In de periode tussen twee wereldoorlogen is deze discussie goed te plaatsen. Ter Braak pleegde zelfmoord toen de tweede wereld oorlog uitbrak. Zoals bleek uit de gesprekken van de studenten is het onderwerp ‘vorm of vent’ nog steeds relevant en reikt die verder dan de literatuur. Lesgeven in een stad als Rotterdam betekent onderwijs geven aan een zeer gemêleerde groep (in het 2e jaar AV bijvoorbeeld Arabisch, Moluks, Indonesisch, Pools, Chinees, Russisch). In het restaurant waar we eten op de slotavond ontdekken we dat een student jarig is. Hij wordt ‘Lang zal hij leven’ toegezongen in vijf verschillende talen. Ook onder deze generatie nieuwe makers wordt er gediscussieerd over welke stelling je inneemt en waarom je voor iets kiest. Dat maakt het lesgeven en het leren kennen van de stad Rotterdam plezierig, ondanks dat de buschauffeur op Wilders stemt en het Hogeschoolblad ‘Profielen’ in de verkiezingsmaand Marco Pastors op de cover heeft gezet. Vanuit het perspectief van een vruchtbare multiculturele studentenpopulatie is het navrant dat ‘een onafhankelijk informatie- en opinieblad voor de Hogeschool Rotterdam’ (voor alle studenten en medewerkers gratis verkrijgbaar) de xenofobe Pastors op de glossy voorkant zet. Het is pas van de laatste jaren dat er jongeren van over de hele wereld in gemengde klassen kunstonderwijs volgen. Het leidde tijdens de projectweek tot levendige gesprekken, bijvoorbeeld omdat de moslimstudent andere ervaringen heeft met de moskee dan de studenten die het als locatie hadden uitgekozen. Vanzelfsprekend levert een internationale groep studenten een veelvoud aan beelden en ideeën op. Dus wat mij betreft als het over Rotterdam en kunstonderwijs gaat, kunnen we beginnen bij het Hogeschoolblad en de ‘vorm of vent’ discussie herstarten.

Ine Poppe  2006



Willem de Kooning Academy / Rotterdam
w.balken - 274328.1






back.balken - 256449.1